In de herfst zie je verschillende soorten ‘neerslag’.
Rukwinden, stortbuien en hagelslag zorgen voor een beeldenstorm in de mailbox van Frank Deboosere en Sabine Hagedoren.
Verschillende soorten neerslag.
Nog wat woordenschat: mistig – herfstbuien – stormen – nachtvorst – dauwdruppels – glad – ijs – wintertijd.
Soorten regen:
1.stijgingsregens
Kenmerken: plotselinge, lokale regenbui, vaak met onweer.
Voorbeeld: zomerse onweersbui.
2.stuwingsregens
Kenmerken: langdurige regen aan één kant van de berg; aan de andere kant (lijzijde) is het vaak droog.
Voorbeeld: regen aan de westkant van de Alpen.
3.frontale regens
Kenmerken: typisch voor gematigde streken zoals België en Nederland.
Soms komt het water niet direct als regen neer:
-motregen: hele fijne, lichte druppels, vaak uit lage wolken.
-ijzel: onderkoelde regen die bevriest bij contact met de grond.
-sneeuw: ijs kristallen bij temperaturen onder 0°C.
-hagel: bevroren regen, vaak in onweerswolken gevormd door sterke op- en neergaande luchtstromen.
-natte sneeuw: mengvorm tussen regen en sneeuw.
Aarde en ruimte:
“Hoe ontstaan buien en bliksem, en wat doe je als je in noodweer terecht komt? Via internet kunnen we op de buienradar zelf een bui zien aankomen. Verder kijken we naar verschijnselen als dag en nacht, seizoenen, temperatuur, neerslag, wind, luchtstormen, remote sensing en andere instrumenten, weerbericht, luchtdruk en klimaat.”
derde leerjaar 