Taalspel ‘Sjanteere’ 

TALENT DEEL C
Thema 7 Rare gewoonten

Les  14: Taalspel ‘Sjanteere’     spreken, drama, luisteren
Onderwerp: uitspraak en betekenis oefenen van enkele dialectwoorden

TEKST LIED
‘k Verstaon er gien kneit van

Op mijn rapport staat steeds hetzelfde commentaar.
Standaardnederlands?
Voor verbetering vatbaar.
Maar vandaag doet onze juf een beetje raar.
Ze zegt nu een puupieter in plaats van lessenaar.
Eddetaldeur?
Zijde mee?
Vandaag is dialect dik oké!

Refrein
We gon e klappeke doën, houden een conversaasie.
In ’t Brugs of Antwaarps, of een combinatie.
Een dialect, da zedde snel gewend.
Hoërt: da’s e fleutsje van ne sengt.

Ik zeg niet fiets, maar ik zeg velo.
Geen oké, maar okido!
Ik draag geen pet, maar ik draag een klak.
En ook gene jas, maar wel ne frak.
Wilt ge een trui, dan geef ‘k a ne gilet,
Heddet echt fris, awel, dan geef ik er a twee!
Aan mijn voeten draag ik botten.
En tijdens de speeltijd wil ik gaan sjotten.

refrein

Ik eet geen boterham, maar een stutte.
Ook al lust ik het niet, ik zal wel mutte.
Ik lust liever salami, een lekkere weust.
Maar dat is te duur, wete wel wa da da keust?
’t Is nu met confituur, allé, me koffeteure.
Ik mag niet klagen, ik mag niet zeuren.
Ik wil ’s middags geen ruzie, ik zoek genen ambras.
Geef me rap mijn zjat met thee, ‘k bedoel dus mijn tas.

refrein

rapport commentaar
Nederlands voor verbetering vatbaar
een conversatie doen – klapke doen
lessenaar – pupiter
Hebt ge het al door? – Zijt ge mee?
dialect zijt ge snel gewend
gemakkelijk – fluitje van nen cent
fiets – velo
pet – klak
jas – frak
trui – gilet
laarzen – botten
voetballen – sjotten
boterham – stutte
salami – worst
confituur – jam / marmelade
ruzie – ambras
klagen – zeuren
kopje – tas/ jat

een wener – sreemsteen / bleiter
kale mand – kletsekop
politie – flikken
‘s middags – noene
meisje – meske
vork – forchette
toilet – piscijn / pispot
aardbeien – freizen
hagelslag – muizenstront
gootsteen – watersteen / pompebak / lavabo
taart – vla /toarte
cardigan – boi / gilleke
kookpot – castrol / ketel
geen geld meer hebben – blut zijn / geen nagel hebben om je gat te skarten / failliet
dronken – strontzat / snottedronken / zo zat as nen aap
geeuwen – gapen / gieuwen
terugkeren – kere keer were
gezondheid – skol – heb je mulle
gulzig – fretten

treuzelen – taffelen

Mis in het Leuvens dialect

ROBTV Leuvens dialect

Hier zie je de verschillende provincies. In iedere provincie spreken we een ander dialect.
Maar ook in iedere gemeente of stad kan dat verschillen. Zelfs van enkele straten verder…

(tekst)

Letzeburgs of Luxemburgs